Twee plastic zakken, een hond aan een touw, een stok, een baard. Hij praat in zichzelf, hij loopt onvast, hij is vies, hij stinkt.
Zijn omgeving heeft allang afstand van hem genomen. Kwam er niet uit. Niet meer te bereiken, geen land mee te bezeilen, wil niet geholpen worden.
Een verwarde man zwervend op straat met zijn bagage en de enige die nog van hem houdt: zijn hond.
Niks romantisch aan: groot verdriet voor allen om hem heen, vrouw, vader, moeder, kinderen, vrienden, broer, zus.
De verwarde man zelf wordt geleid door stemmen in zijn hoofd, boodschappen: doe dit, ga… De buitenwereld interpreteert hij met diezelfde verwarde geest: kijk uit, pas op.
Een eenzaam angstig bestaan. Niks romantisch aan.
Soms schrijven ze prachtige gedichten en hebben ze briljante gedachten.
Zo in het zonnetje op een mooie lentedag in de grote stad denk je misschien wel ns: was ik maar zo vrij.
Maar verwarde mannen zijn niet vrij, zij worden opgejaagd door demonen in dat verwarde hoofd. Niks romantisch aan.
In het gunstigste geval lastig voor hun omgeving maar ongevaarlijk.
Maar wees op je hoede. Want soms zien die verwarde mannen er niet uit als een clochard uit Parijs. Dan dragen ze vlotte petjes en basketbalschoenen. Of een keurig pak met een moderne zwarte bril.
Soms zie je aan de buitenkant niet dat iemand verward is. Soms ziet zo iemand eruit zoals jij en ik. We kijken in ogen waarin we niet zien wat er in dat hoofd allemaal om gaat. Eenlingen die net zo praten als jij en ik. Teruggetrokken, een beetje zonderling maar verder ok.
Op een dag blijkt die man een voormalig minister te hebben gedood. En dat niet alleen.
10 Januari 2015 in haar woning aan de Oudendijk in Rotterdam gevonden onder aan de trap, doodgestoken, topambtenaar Lois U. De grote zus die tot de laatste dag het opnam voor haar verwarde broertje.