Toen ik zaterdag in de trein stapte naar Amsterdam keek ik recht in het gezicht van Roelie. Ze was samen met man en hond op weg naar een wandelplek op de Veluwe. In de 90-er jaren reden we iedere week samen naar Zwolle waar we Frans studeerden. We spraken in de reis van Nijverdal naar Zwolle over onze kinderen en over het reisje naar Parijs dat we destijds maakten met een groepje aankomende juffen Frans.
Een dag later moet ik weer aan die reis denken als ik in een klein zaaltje in Amsterdam me in een dergelijk theater op Mont Martre waan. Betty Asfalt, aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal met David Vos en Netty Krull op het piepkleine podium. En er wordt ook nog Frans gezongen. En hoe. Mon merveilleux amour van Brel. Liederen van Nijgh, van Wilmink en Lieven Tavernier. Per ongeluk in terecht gekomen na de agenda van het Parool door gevlooid te hebben. Uit de rubriek En Verder.
In de gemeente Hellendoorn zijn twee mensen geabonneerd op het Parool. Dat vertelde mij vorige week Bob, een geboren Amsterdammer die nog steeds spreekt met een lichte Amsterdamse tongval. Bob is een van de leukste mannen die ik ken hier in het dorp. Hij weet alles van klassieke muziek en van literatuur. En van sport, voetbal in het bijzonder. Ik denk dat hij mij ook wel kan vertellen waarom dat theatertje Betty Asfalt heet. Dat kon ik vanmorgen niet vinden op internet. Wel dat het theater van Paul Haenen is. Dat het een rijksmonument is waar in 1725 een burgemeester in heeft gewoond, dat het een Prinsenschool is geweest en dat Sieto Hoving er met zijn cabaret Tingel Tangel heeft opgetreden.
Bob komt woensdag hier om te praten over “Een klein Leven” van Hanya Yanihara. Ik moest dat lezen van hem. Dat heb ik gedaan. Een pil van meer dan 700 bladzijden. De mooiste woorden uit het boek liggen al klaar. Daar gaan we het over hebben.
” Ik weet dat mijn leven zin heeft omdat, omdat ik een goede vriend ben. Ik hou van mijn vrienden, ik geef om ze, en ik denk dat ik ze gelukkig maak” ( Willem)
Foto: Bouke Meindersma