Noaberschap

Op de terugweg zondagmiddag door het juichende Twentse land realiseer ik me dat in het gesprek met Lale Gul het woord ‘noaberschap’, het thema van het Lutterzand Literairfestival op zaterdag 14 en zondag 15 mei, niet gevallen is. Op zaterdag viel het woord, al of niet juist uitgesproken, en hoe spel je het eigenlijk, veelvuldig. De journalist Obbema hoorde ik het zeggen: ‘alle mensen verlangen er naar ergens bij te horen.’ De Iraanse schrijfster Sholeh Rezazadeh vertelde over de warme familiebanden in haar land: ‘mijn oma is nooit alleen, er is altijd een kind of kleinkind bij haar.’

Lale Gul komt uit een gemeenschap waar het naar elkaar omzien en voor elkaar zorgen vanzelfsprekend is. De hoofdpersoon Busra in het boek ‘Ik wil leven’ poetste en boende al van jongs af aan in het huisje van haar oma. Maar haar boek is één grote aanklacht tegen een gemeenschap waar de regels onverbiddelijk zijn, de geloofsleer leidend en de mannen dominant. De andere kant van die warme gemeenschap, waar niet het ‘ik’ voorop staat maar het ‘wij.’ De gevolgen voor de schrijfster liegen er niet om: uit de familie gevallen en dagelijks bedreigingen. Voortaan altijd een beveiliger in de buurt.

Haar verhaal staat niet op zichzelf. We kennen allemaal mensen die uit hun familie werden verstoten omdat ze anders waren of zelf hebben gebroken met hun familie omdat ze verstikten, niet vrij waren, omdat ze zich anders voelden, eenzaam op de plek waar ze zich thuis en geborgen zouden moeten weten. Breken met je nest, de omgeving waar toe je behoorde is een gevaarlijke onderneming, waarvoor je vaak een hoge prijs moet betalen.

In de geïndividualiseerde samenleving waarin wij leven proberen we een beetje naar de ander om te zien, ‘noaber’ te zijn: in familieverband, vrienden, buren, clubjes, de kerk, de muziekvereniging, de sport. En je mag zijn wie je bent. De regels zijn niet zo strak als vroeger: flexibel zijn en respectvol. En af en toe een moment van diepe verbondenheid ervaren met elkaar. Op een late zaterdagmiddag in mei op het gras bij boer Frans Zanderink in De Lutte waar we ademloos luisterden naar Manon Uphoff: vallen is als vliegen.