veilige werkomgeving

Ademloos luisterden we naar het verhaal van onze oud klasgenoot. Henk, onze vrolijke slimneus was begonnen als leerkracht op een school in de provincie in het noorden des lands. Het vriendelijke schoolhoofd had hem samen met zijn vrouw hartelijk welkom geheten toen hij uit drie kandidaten was uitverkoren om meester te worden op de Julianaschool. Al gauw ontdekte hij dat achter die aardige bovenmeester een heel andere man schuil ging, een potentaat, een tiran. Als er een papiertje scheef lag bij de stencilmachine ging hij al te keer. De klas van Henk stond niet goed in de rij, of maakte teveel lawaai. Henk mocht niet op sandalen voor de klas, hij was veel te laat op school of ging te vroeg naar huis, wat het ook was, bovenmeester had altijd iets op hem aan te merken en deed dat in niet mis te verstane bewoordingen in zijn kamertje ergens achter in de school. Als hij hem in de gang aan zag komen werd Henk al nerveus. Het ergste was de weekopening met het team op de vroege maandagmorgen. Dan werd er een stuk uit de bijbel gelezen en ging het hoofd voor in gebed, waarin de collega’s regelmatig een sneer kregen in de naam van God. ‘Zondagavond krijg ik al pijn in mijn buik, dat ik morgen weer naar de weekopening moet, soms kan ik er niet van slapen.’ En je collega’s dan? De collega’s hielden zich op de vlakte, twee juffen lachten er om en hielden hun kroegbezoek stug vol ondanks de hel en verdoemenis terechtwijzing van de baas. Ze lachten hem keihard achter zijn rug uit en zeiden tegen Henk dat ook te doen. De mannelijke collega’s waren behoedzamer, ze roddelden voorzichtig met hem mee maar lieten hem vallen als de baas er bij was en slijmden als het hen beter uit kwam. Laat staan dat ze opkwamen voor hun jonge collega. Opmerkelijk was dat het schoolhoofd bij ouders en kinderen zeer gewaardeerd en geliefd was. Ook collega’s in het onderwijsveld hadden een hoge pet op van schoolhoofd A. ‘Hij is een voorbeeld voor ons allen’, hoorde Henk op een gezamenlijke bijeenkomst.

Leesvriend Mees probeert al jaren een boek uit te geven. Laatst heeft hij meegedaan aan een verhalenwedstrijd. Na een paar weken kreeg hij een brief dat hij niet bij de genomineerden hoort en bedankt wordt voor zijn deelname. Hij is erg gaan twijfelen aan zijn schrijfkwaliteiten. ‘Ik vraag me af of ik wel schrijven kan eigenlijk.’ Ik vind dat hij goed schrijft, ik moet vaak lachen om zijn teksten, vind ze verrassend en hou van zijn woordkeus. ‘Je moet zien dat je in De Wereld Draait Door komt dan word je gegarandeerd uitgegeven en verkocht’, zei ik. Ik bedoelde dat een select clubje in Nederland uitmaakt welke boeken uitgegeven worden en dat een nog selecter clubje uitmaakt of een boek goed verkocht wordt.

Mees wijdt zich de laatste tijd aan een nieuw boek dat hij in eigen beheer uit gaat geven. Henk is al gauw op een andere school gaan werken in Brabant, waar hij later zelfs hoofd der school is geworden. Bij zijn afscheid 10 jaar geleden werd hij toegezongen door zijn collega’s. Er werd veel gelachen en er waren tranen. ‘Hij was een voorbeeld voor ons allen, sprak een dame, ‘eerlijk en oprecht, vrolijk en een hart van goud, een goed mens, het was een feest om bij hem te werken.’

* Foto: Jo Polak