de hond

En wat vond je het leukste? Hij stond zijn rugtasje in te pakken om weer naar huis te gaan. De kleine man hoefde niet na te denken. De hond. Niet de bezoeken aan de musea in de buurt, niet de handtekening van de topvoetballer, niet de lekkere pasta, niet het kamperen op de overloop, ook niet de overwinningen met rummikub, nee de wandeling met Nelson, de hond.

De opa had zijn jongste kleinzoon meegenomen naar Twente. Met al zijn kleinkinderen was hij al op reis geweest. Nu was de kleinste aan de beurt. Het werd Nijverdal waar ook een gezellig logeeradres was. Bij mij. Het antwoord van de jonge reiziger op mijn vraag verbaasde me niet. Toen we aan de wandel gingen met de hond over het Stut, was hij dol enthousiast. Hij had verteld dat hij graag een hond zou willen hebben, maar dat hij nu eenmaal midden in de grote stad woont, maar ook dat zijn ouders niet genoeg tijd zouden hebben de hond uit te laten. Dat is heel verstandig van zijn ouders, want als je geen tijd hebt of neemt om de hond uit te laten, of alleen een heel klein stukje, moet je geen hond nemen.

De beroemde antropologe en biologe Jane Goodall vertelde in het tv-programma Wintergasten aan Janine Abbring dat ze niet naar de hemel hoefde als er daar geen honden zijn. De interviewster knikte instemmend, ook zij is een hondenliefhebber. Net als ik. Ik kan niet precies uit leggen wat het is, welk laagje in de ziel wordt aangeraakt door een hond. Je hond. Ik weet nog hoe ik als kind tranen met tuiten huilde toen Beertje dood ging. Later hadden we in mijn eigen gezin ook een hond, Bully. We hielden allemaal hartstochtelijk van hem. Nu ben ik co-baasje van de hond van mijn zoon. En ook nu houden we allemaal met dezelfde hartstocht van Nelson.

Ik kan de dames Goodall en Abbring overigens gerust stellen. Ik vertel het vaak. De voorstelling van Daniel Lohues in het Zinintheater, jaren geleden: We moesten allemaal onze ogen sluiten en ons de hemel voorstellen. Ik zag overal licht om me heen en een lange weg, het was er mooi. Daniel vroeg wie de eerste was die naar je toekwam. Ik schaamde me bijna het te zeggen. Ik zag mijn hond, mijn Engelse Bulldog. Niet mijn ouders, niet mijn geliefde, niet mijn vriendinnen, niet mijn zussen, nee mijn hond. Het was mijn hond.