busje*

File. Natuurlijk. Ze had het kunnen weten. Op dit tijdstip. Één en al vrachtwagens en busjes. Uit Polen, Tjechoslowakije, Letland, Duitsland en ja ook uit Nederland. Ze stond stil. Achter een wit busje. Met een Duits nummerbord.

Het was niet erg. Tijd om na te denken. Of het wel verstandig is? Om te gaan? Nee dat ze gaat staat vast. En nu, ook dat. Maar hoe precies. Gewoon maar gaan en kijken wat er gebeurt en laten. Ze voelt zich rustig. Vastbesloten, zeker en ook nieuwsgierig, ja ook. Hoe het zal zijn.

Het was bijna duizend dagen geleden dat ze vertrok. Weg. Weg uit huis. Ze ziet het voor zich. Het halletje met de houten kapstok. De schoenen op de mat. Nog een keer achterom kijken voor ze de deur open doet. De blik in de ogen van haar moeder. De neergeslagen ogen van haar vader achter haar. Zijn handen in vuisten in zijn zakken. Geen woorden meer. Na weken van huilen en schreeuwen was het nu stil. Het misselijke gevoel in haar buik toen ze de deur achter zich dicht trok. Pas op de A1 had ze weer rustig kunnen ademen en was er ruimte in haar buik gekomen.

Bijna duizend dagen had ze zich gehouden aan de afspraak met zichzelf. Geen contact. Een enkele keer een vriendelijk maar afstandelijk appje, maar niet reageren op smeekbeden of verwijten. Geen ontmoetingen in levende lijve. Het moest. Snijden. De band moest worden doorgesneden. Rigoureus.

In het begin had ze niet aan thuis kunnen denken zonder te huilen, zonder het misselijke gevoel in haar buik. Als ze het woord moeder hoorde, voelde ze een steek. Maar het sleet, het wende, het was waar, de tijd deed haar werk. En verliefd zijn hielp. Van haar tante hoorde ze ‘het gaat goed met ze hoor, ze hebben het er moeilijk mee, maar ze redden het.’ Ze durfde dan niet verder te vragen, ‘en moeder’? Ze vroeg zich af of tante wel helemaal eerlijk was. Haar niet spaarde. Haar gerust wilde stellen zoals ze waarschijnlijk op dezelfde manier haar ouders toesprak. Tante was lief. Tante was goed. Tante was wijs. En toen tante een paar dagen geleden appte wist ze dat de tijd gekomen was om te gaan. De duizend dagen net niet gehaald. Maar ach.

Het witte busje trok op. Heel langzaam zette de rij auto’s zich in beweging. Ze schakelde.

* Vervolgverhaal aflevering 4. Voor de afleveringen 1,2 en 3 naar beneden scrollen en de groene pijl aanklikken