Het lijkt wel een beetje Frankrijk. De lange tafel in het gras. Een houten schaal met verse sla. Het zilveren bestek. De mooie borden. Glazen witte wijn. Ik haal het stokbrood uit de oven. De gasten staan nog in de kamer. Ze staan voor de tv. Ik blijf ook staan. We kijken. We luisteren. De presidentskandidaat. Later gaan we eten. In de tuin.
Toen hij president was geworden verbleekte zijn kleur. Mooie woorden, maar toen het er op aan kwam was hij niet anders dan alle andere politici. Een profeet kan nu eenmaal geen koning zijn.
Zaterdag zag ik een filmpje. Een wiegende menigte. Een donkere stem die 5000 kerkgangers in vervoering brengt. Daar staat hij. Ik blijf weer kijken. Het is of hij een koor leidt, of hij samen met het publiek theater maakt, een toneelstuk vorm geeft. Een vloeiende beweging. Een eigen ritme
Goedkoop bespelen van een massa? Makkelijk scoren bij zo iets emotioneels? Regeringsleiders groeien vaak in tijden van rouw. Verdriet brengt mensen bij elkaar. De populariteitscurve vliegt omhoog als een president het dan goed doet. Dat gold zelfs voor de verguisde Franse president Hollande tijdens Charly Hebdo.
Maar hij. Hij. Anders. Vrijdagmiddag 26 juni ging het de wereld rond. Het Amerikaanse hooggerechtshof heeft het homohuwelijk voor heel Amerika gelegaliseerd. Een historische beslissing.