schoonheid en verdriet

image

Zucht. Een diepe zucht ontsnapt aan de vrouw naast mij. Ik ken haar niet goed. Ik ken haar zoon. Toch heeft ze me voor het concert begroet met mijn voornaam. Dat geeft me altijd een prettig gevoel. Gekend te worden. Bij je naam genoemd. Ik heb haar stiekem van de zijkant bekeken en geen gelijkenis geconstateerd met haar zoon. Ze heeft een karakteristieke kop. Hoge jukbeenderen, stug grijs haar,  de huid van iemand die veel buiten is, geen make-up, alleen een beetje lippenstift. Een krachtige vrouw. “Je had gelijk”, en weer noemt ze mijn naam, “na de pauze was het..”, en dan volgt die hele diepe zucht.

Ik zeg niks. Heb ook geen tekst. Geen woorden om uit te drukken. Hoe het was. Hoe “mooi”, “prachtig”, “indrukwekkend”, “geweldig”, “ontroerend”, de woorden die even later in de foyer opklinken.
Het is voorbij. Ieder gaat weer de eigen kant op. De jassen goed dicht. Buiten is het koud.

Als ik thuis op youtube de muziek opzoek, klinkt het mooi, maar is er niet meer de betovering van een uur geleden. Ik lees het tekstboekje nog eens door. Het is één grote weeklacht. Stabat Mater. Een  middeleeuws gebed opgedragen aan de moeder Gods in haar smart om haar gekruisigde zoon. In de uitvoering van Karl Jenkins. De tekst van Willem Wilmink. In het Lament schrijft Wilmink over het verlangen naar het moment dat er een eind komt aan het leed, “géén tranen meer, géén verdriet meer, geen geween in deze wereld.”

En dan?

Zou er dan nog zulke wonderschone muziek gemaakt worden?

Ik kom er niet uit. Hoe het precies zit. Of het misschien wel hetzelfde is. Of dat het in elkaar over gaat. Pijn. Verdriet. Schoonheid. Geluk.