ontspullen


Stel je moet vluchten, en je mag maar 10 dingen meenemen. Wat moet er beslist mee? Er breekt brand uit in je huis. Wat graai je nog snel ?  Als het je overkomt, schijn je in een splitsecond precies dat mee te nemen wat nodig is. Je portemonnaie, je papieren, je mobiel, je ipad, foto’s, je sieraden maar welk boek?, je ceedees?, dat ene jasje? welk schilderij?, mijn knipsels?, pfff. Zodra je er over na gaat denken wordt het lastig. Als je op vakantie gaat oefen je al om te ontspullen, wat zo heet dat, je neemt alleen mee wat nodig is en als je iets mist koop je het.

 
In een boek las ik waarom wij mensen zo aan spullen hangen. Toen we nog jagers waren hechtten we niet aan bezit, maar omdat onze voorouders landbouwers werden, gingen we beheren en bezitten, verzamelen. Het hedendaagse materialisme en consumentisme is daar de ultieme consequentie van.

Filemon Wesselink vertelde dat hij na de vuurwerkramp in Enschede al zijn spullen kwijt was. Hoe hij zich voelde was de vraag vervolgens. Een verbluffend antwoord: ik voelde me gek genoeg vrij. Niet een antwoord waar de journalist op had gerekend, hij moest het wel even uitleggen. Alles verloren: vrijheid. Alles kwijt raken door iets wat je overkomt, is geen keuze. Gek genoeg kan dat dus ook een gevoel van vrijheid oproepen. Het gevoel als je je huis lekker hebt opgeruimd en je je klerenkast hebt geschoond. De ouderwetse voorjaarsschoonmaak. Schoon, leeg, ruimte.

Vasten anno 2016. Ontspullen. Nomade zijn, reiziger. Een klein koffertje voor onderweg. Vrij zijn als keuze.