Meneer K woont in een lange straat. Een eenvoudige huurwoning in de binnenstad. Er komt nooit iemand bij hem op bezoek. Zijn buren weten niets van hem. Ze zien hem de deur uit gaan en er weer in. Af en toe boodschappen doen bij de Coop met een grote plastic tas van de Action.
In zijn huisje leidt K zijn leven. Iedere morgen 100 strekoefeningen. Hetzelfde ontbijtje. De koffie als besluit. Radio, tv, en dan naar de bibliotheek om de krant te lezen. Daar heeft hij ook met niemand contact. Tussen de middag bakt hij een eitje en maakt hij een puzzel. Dan is het weer de radio of de tv en wat rommelen in het huis. In de zomer in de piepkleine tuin. Soms staat hij zomaar uit het raam te kijken. Naar niks. Hij lijkt tevreden. Maar dat weet je niet.
Meneer K lijdt aan slapeloosheid. Dan wordt hij zomaar midden in de nacht wakker en valt hij niet meer in slaap. Meestal stapt hij dan na een poosje zijn bed uit. Hij trekt zijn kleren aan en gaat naar buiten, de stad in. Dan loopt hij door de stad tot het licht wordt. En gaat hij terug naar huis.
Op een zaterdagnacht in februari wordt hij zondagmorgen om 3 uur wakker. Hij luistert een uurtje naar de radio en gaat dan de koude nacht in. Hij dwaalt door de straten waar het stil is, de kraag van zijn jas omhoog want het is koud. Zijn adem maakt wolkjes in de lucht. Tegen de morgen fietst een groepje jongelui hem met veel kabaal voorbij. Als hij de weg oversteekt ziet hij een van de jongens achterom kijken. Snel loopt hij door. Hij gaat zo dicht mogelijk langs de huizen lopen. Als hij de straat uitloopt staan ze er. Lachend en joelend. Er is geen weg terug.
In de vroege morgen vindt een agent meneer K op straat. Bont en blauw, bloed. Koud. Reanimatie mag niet meer helpen
Als de heer K begraven wordt zijn er 5 mensen. De buurvrouwen, een man uit de bibliotheek en een moeder van een van de jongens. Zij huilt. Haar zoon had ook gehuild. Hij begreep het niet wat er was gebeurd, wat hij had gedaan en waarom. “Had hij zich nou maar verweerd of teruggevochten of gescholden, maar hij deed niks en dat maakte ons alleen maar kwaaier, agressiever, we gingen gewoon los! Zeg dan wat!”
Vastentijd 2018. Het lijdensverhaal als inspiratiebron.