We waren veertigers, begin vijftigers. Een keer per jaar een paar dagen wandelen. In Twente of Drente of de Achterhoek. Wandelingen van Van Paridon. Ergens in een hotel overnachten. We noemden ons de Wandelclub en spraken over ons als wandeldames. Wandelen, praten, lekker eten. Onderweg de meegebrachte lunch, ’s avonds het diner. Dan haalden we de chique kleding uit de tas en kwamen we spic en span aan tafel. Kaarslicht, glanzend bestek, wijn, de maaltijd. De voor het grootste deel (voormalige) kookjuffen keurden met kritische blik de kwaliteit van het eten en de bediening. Soms werden we bediend door oud-leerlingen, die deden dan extra hun best. Na het wandelweekend zagen we elkaar in de loop van het jaar vaak niet, maar dat hinderde niet, we konden de draad direct oppakken bij het weerzien.
We wandelen al lang niet meer: knieën, heupen, hart, longen. We fietsen. Leve de e-bike. Drie dagen, meestal in de omgeving. De oudste is bijna tachtig, de jongste bijna zeventig. Er is gescheiden en getrouwd, er waren ziektes en begrafenissen. En jubilea en memorabele gebeurtenissen. Dan zijn we er en zingen we een lied, er wordt een feestrede gehouden en er is een cadeau. Feestelijk ingepakt en een kaartje met mooie woorden. En al onze namen. In ieders handschrift.
Deze keer fietsten we in de buurt van Twickel. Op de eerste dag stopten we voor een grote boerderij. Een van de dames vertelde dat we voor het huis van haar grootouders en haar ouders stonden. Een monumentale pachtboerderij omgeven door uitgestrekte weidegronden en oude eiken. Ze vertelde hoe ze er als kind had gespeeld en wat ze er had geleerd over de natuur. Hoe de bomen heetten en de plantjes en hoe je in de lucht kon zien of het ging regenen. Hoe haar vader er op stond dat ze verder ging leren. Tegen het advies van de omgeving in. Wat moet een meid nou met een opleiding, die gaat toch trouwen. Naar het Middelbaar onderwijs. En naar Rollecate, de opleiding voor landbouwhuishoudlerares.
In Hotel de Zwaan in Delden stond de taart klaar. Want we vierden het 25-jarig jubileum van ons clubje. De twee dames die de beurt hadden om het weekend te organiseren hadden hun best gedaan. Een heerlijke taart van de beste bakker van Delden met een foto er boven op van toen we nog rimpelloos waren. En voor ieder een zelfgebakken bordje. En een gedicht van Jules Deelder, dat moest opgelezen worden door één, want ieder heeft zo haar kwaliteiten. Bij het diner vertelden we elkaar verhalen, en bij de droge witte wijn werd hartstochtelijk gelachen. Golden Girls heten we sinds een paar jaar. Droefheid, eenzaamheid, zere handen, onwillige voeten, een haperend hart, slechte ogen, verminderd gehoor. Niet te lang zeuren over al die tegenwind. Moedig Voorwaarts. Pluk de dag, proef en geniet van ieder mooi moment, de natuur, van elkaar. Alles.
* Golden Girls was ooit een hilarisch tv program nog altijd te zien, actieve fanclub met facebookpagina
* Gedicht voor Land en Tuinbouw van Jules Deelder
27/9/2021 overleed Golden Girl Annie, die in de pachtboerderij geboren werd. Bij haar afscheid werd dit gedicht van Huub Oosterhuis dat we van Golden Girl Gien ooit kregen en wat we allemaal zo mooi vonden voorgedragen. Het hing aan de binnenkant van een kast.