Als je het Broezepad afloopt richting de Wilgenweard kom je vier hekjes tegen. Een houten klaphekje, vernunftig gevouwen tussen twee palen, twee grotere houten hekken en aan het eind, bij de parkeerplaats van de tennisbanen een ijzeren klaphek. De klaphekken kun je openen en sluiten, de brede houten hekken zijn altijd dicht, als je verder wilt moet je er overheen klimmen. Honden springen door de openingen in het hekwerk. Het pad langs de Regge is maar een paar honderd meter, verdeeld dus in drie stukken tussen vier afscheidingen. De reden van het aanbrengen van de hekwerken is mij niet duidelijk. Ik meen dat het pad vrij toegankelijk is, openbare ruimte. Hekwerk als de ultieme uiting: dit is van mij.
Waarom hekjes, hekken? Ik heb er Wikipedia en het Franse woordenboek eens bijgepakt. Hekken, hekjes zijn vaak een prachtig detail, onderdeel van het landschap. Vertalingen: omheining, afscheiding, afsluiting, barrière, maar ook leesteken. Het beweegbare hek is de opening in de afscheiding. Heeft markeringsfunctie en signaalfunctie. Functioneel dus hekjes. Ze markeren, bakenen af. Ze waarschuwen: pas op, kijk uit, hier houdt iets op en begint wat anders. Je kan er door heen, er over heen en je kunt terug gaan. Je passeert een grens of je besluit niet verder te gaan. Als je verder wilt, wordt het je soms makkelijk gemaakt, alleen maar duwen, soms moet je even puzzelen hoe het hek werkt of er over heen klimmen.
Een beweegbaar hek zorgt ervoor dat je even stil staat, nadenkt: ga ik verder of niet. Een gesloten hekwerk zegt je kunt niet verder. Bijzonder prettig bij tijd en wijle. Bewegen binnen de omgrensde lijnen. In een wereld zonder grenzen, houdt niets je tegen, zijn er geen obstakels. Dan moet je zelf een hekje zetten. En de keuze maken ga ik verder of niet. Vrij zijn heet dat.