burgemeester in oorlogstijd

Heeft de politie nou echt niks beters te doen? Dat dacht ik op 24 juli dit jaar toen ik het bedrag las dat ik moest betalen omdat ik 11 kilometer te hard had gereden op de Zwartewaterallee in Zwolle op een vroege zondagmorgen. Op weg naar de kerk notabene. Onuitstaanbaar. Maar alla te hard is te hard! 

Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam gebruikte de woorden naar aanleiding van haar besluit het boerkaverbod in Amsterdam niet te handhaven. “Het past niet bij de stad en de politie heeft wel wat anders te doen”. Hoewel ik het toch een absurde situatie vindt dat een vrije en vooruitstrevende vrouw als Halsema zich op deze manier uitspreekt over het dragen van een boerka, geeft het vooral te denken dat zij min of meer zegt: ik, de burgemeester houdt me niet aan de wet. Ik dacht dat de burgemeester juist aangesteld is om de wetten te handhaven. En dat haar persoonlijke mening over zaken er gewoon helemaal niet toe doet, dat zij in die zin neutraal dient te zijn.

De burgemeesters van een paar andere grote steden hebben haar voorbeeld gevolgd. En ja landelijke overheid wat nu? Mogen, kunnen burgemeesters ongehoorzaam zijn aan het gezag van de overheid? In oorlogstijd waren er burgemeesters die dapper zich verzetten tegen de Duitse bezetters. Er waren er die het met hun leven hebben moeten bekopen. Een diepe buiging. Maar de overheid anno 2018 is democratisch gekozen. En uit de leden van democratische partijen worden burgemeesters gerecruteerd. Vaak komen die voormalige tweedekamerleden, of ministers er in de gemeente achter dat de in Den Haag bedachte regeltjes nog al eens botsen met de werkelijkheid. Denk aan het drugsbeleid, of het asielbeleid. Maar dat een gezagsdrager gewoon hardop zegt dat je de overheid niet hoeft te gehoorzamen? 

Van mij mag iedereen een boerka dragen trouwens, al zie ik liever een non in een zwierige pij met een nonnenkap en stoere sandalen.