De Joodse Nobelprijswinnaar Elie Wiesel vertelde dat zijn moeder hem twee keer het leven schonk. De eerste keer toen hij in 1928 in Roemenië geboren werd en de tweede keer in Auschwitz tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was haar bevel de jas van zijn vader aan te trekken op weg naar de trein die hen naar het Poolse vernietigingskamp zou brengen. Met de jas van zijn vader aan zou hij er ouder uitzien dan hij was en zou hij bij de mannen ingedeeld worden bij de selectie op het perron. Niet bij de vrouwen en kinderen, die direct door verwezen werden naar de gaskamers. Maar bij de mannen die nog geschikt waren om werkzaamheden te verrichten. De truc werkte. De jonge Elie kwam samen met zijn vader in de goede rij terecht. Elie overleefde de Holocaust dankzij de jas van zijn vader.
Een jas is het kledingstuk dat bescherming biedt. Als het regent trekken we onze regenjas aan. Als er een ongeluk gebeurt slaan we de slachtoffers een deken om als een mantel. Warmte, bescherming, afscherming. We trekken de jas aan die past bij de situatie. Soms is de jas de aanduiding van wie we zijn, willen zijn, moeten zijn. De jas als uniform, als religieus gewaad. Het is handig dat hij lekker zit, je past. Een te grote jas is geen aanbeveling.
Dat een jas je een nieuw leven, opnieuw het leven kan geven, had ik niet bedacht voor ik het verhaal van Elie Wiesel had gelezen. Een jas die eigenlijk te groot was. Niet lekker zat. Een raad van je moeder die je tegen je zin opvolgde. Er valt veel te leren uit dit persoonlijke verhaal. Het zoontje van een eenvoudige kruidenier uit een klein dorpje kwam na de oorlog in een Frans weeshuis terecht. In 1948 begon hij een studie aan de Sorbonne in Parijs. Hij werd journalist en raakte in contact met een beroemde Franse schrijver. Die raadde hem aan zijn oorlogservaringen op te schrijven. Het was het begin van een carrière als schrijver. Wereldberoemd werd hij met zijn werken over de Holocaust. Een professoraat , allerlei onderscheidingen, een actieve rol bij bemiddelingen in internationale conflicten met de Nobelprijs voor de Vrede in 1986 als hoogtepunt. In 2006 werd hem informeel verzocht president te worden van de Joodse Staat. De man die zijn hele leven grote jassen aan durfde te trekken sloeg het aanbod af. Het paste hem niet. Hij wilde liever blijven schrijven.
Elie Wiesel: Amerikaans-Joodse schrijver 1928-2016. Zoon van orthodoxe joden. Meer dan 40 romans oa: : Trilogie: De nacht, Dageraad en Dag. Een waanzinnig verlangen om te dansen. Het proces-Sonderberg. Memoires Tweedelig: Alle rivieren stromen naar de zee. … en toch raakt de zee niet vol. Nobelprijs voor de Vrede in 1986 voor zijn werk als voorzitter van de Presidential Commision on the Holocaust. ( Bron Wikipedia)