Het is druk op deze koude zonnige zondagmiddag op Hof Espelo, een landschap ten noordwesten van Enschede. Ik kan mijn auto niet kwijt op het parkeerplaatsje aan de ingang van het landgoed. Ook niet op de oprijlaan naar het koetshuis. Als ik achteruit rijd heb ik geluk. Er rijdt net een grote zwarte auto weg en ik kan zonder al te veel moeite mijn autootje kwijt.
“Is het hier altijd zo druk”?, vraag ik aan de twee jongens aan de ingang van het park. Ze staan achter een campingtafeltje met koffie, thee en chocolademelk met cake. Ze vertellen dat ze hier al een paar weken staan en dat het ieder weekend beredruk is. Ze hebben toestemming van de beheerder in afwachting van een vergunning van de gemeente. Het is een mooie bijverdienste nu hun werk in de horeca niet mogelijk is. Ze vinden het heel leuk werk, de mensen maken graag een praatje. We kunnen betalen met een tikkie. “Zijn jullie student hier aan de universiteit?”, vraag ik. “Nee, nee”, lachen ze, “We zitten in 4 Havo”.
4 Havo. Ik vertel mijn wandelvriendin over mijn droevige ervaring in mijn eerste 4 Havo klassen. Een half jaar voor ik mijn bevoegdheid Frans haalde, kreeg ik de gelegenheid midden in het schooljaar in te valllen voor een zieke collega op de middelbare school. Ik kreeg een paar onderbouwklassen en twee Havo 4 klassen. Die onderbouw liep als vanzelf. Ik had immers een jarenlange ervaring op de basisschool. Maar die Havo 4 klassen. Die laatste twee uur op de woensdagmiddag met 4C en 4D. Trillend en misselijk van angst ging ik het lokaal in. Het was verschrikkelijk: door elkaar roepen, schreeuwen, gillen, uit de bank lopen, op een andere plaats gaan zitten, zodat ik iedereen bij de verkeerde naam noemde. Een nachtmerrie was het. Het dieptepunt was de rode tampon waar ik in greep toen ik een krijtje wilde pakken om iets op het bord te schrijven. Afschuwelijk. Iedere woensdagmiddag verlangde ik naar de bel van het einde van de les.
Ik heb het overleefd. Ik hield stand. Maar vraag niet hoe. Na een half jaar nam ik opgelucht afscheid van ze. Ik kon op een naburige school een vaste baan krijgen, waar ik met een schone lei kon beginnen. Dankzij goede referenties van de directeur: Ik had zo knap die 4 Havo klassen in het gareel gekregen!