
Eentje van Van het Reve? Of Kopland? Of een moderne? Merel Morre? Babs Gons? Een Jules Deelder? Een kindergedicht? Annie MG Schmidt? Of toch Campert? Actueel!
Ik zoek in mijn papieren. Vanmiddag sluiten we het boekenseizoen af met ons leesclubje. Al een paar jaar sluiten we het af met een middag in de tuin. Dan lezen we elkaar een gedicht voor en we vertellen waarom dat speciale gedicht. Het is een mooi gebeuren.We bewonderen de tuin van de gastvrouw, wisselen de laatste gezondheids- en welzijnssituatie van elkaar, drinken een kopje thee met wat lekkers. En dan gaan we beginnen. We luisteren naar de gedichten en zuchten en zwijmelen, zijn verrast en ontroerd door het gedicht en om het verhaal achter de keuze van het gedicht. Het wordt een bijzondere middag dat is zeker.
Tussen de bundeltjes en knipseltjes vind ik het gedicht dat ik ga voorlezen. Het is een ode aan mijn oudste zus die mij de liefde voor kunst, voor muziek en de dichtkunst bijbracht. Het gedichtje heeft ze me eens gestuurd. In haar karakteristieke handschrift uitgeschreven. Het is De Trek van Vasalis over een vrouw op een boerenwagen met twee stil-starende kleine zonen die de dichter op een avond voor bij ziet gaan, gezeten op een hek, met het prachtige eind: Hun hoofden draaiden om naar mij, zo reden ze zwijgzaam en licht voorbij, zo rustig, haveloos en vrij… Ik keek hen na; ik dacht, ik wou zo rustig zijn en nergens wonen.
Ik moet iets vrolijkers kiezen. Het is te. Te mooi. Te ontroerend. Te dicht bij.