
Bij de ingang van de supermarkt staat een rek vol met netjes mandarijnen. Mooie grote glanzende mandarijnen. Twee voor de prijs van één. Ik gooi twee netjes in mijn winkelwagentje. Één netje voor op de fruitschaal en één voor onder in de koelkast. De netjes komen te liggen naast twee bossen tulpen. Ik had ‘bloemetje’ op mijn briefje staan, maar toen ik een bos had gepakt zag ik dat twee bossen zes euro kosten, terwijl één bos drie euro vijftig is.
Meer, meer, meer: alles in de winkel, en niet alleen in de supermarkt, is er op gericht je met meer naar huis te sturen dan je van plan was. Het zou ‘lekker voor jou en goed voor je portemonnee’ zijn. Als je ‘altijd vers brood’ in huis wilt hebben kun je bij Albert H ‘3 hele broden voor de prijs van 2’ krijgen. Als je de fruit schaal ‘altijd lekker gevuld’ wilt hebben kun je gebruik maken van de zogenaamde ‘stapelkorting’, bij 1 kilo 10% korting, bij 2 kilo 20% en bij 3 kilo 30%.
Maar wat moet ik in een één persoons huishouden met 3 broden op voorraad en kilo’s appels en peren in de koelkast? Waarom niet de korting toepassen op ieder artikel apart?
En tulpen op de vaas in januari moet ik dat wel willen?