
Na twee jongetjes kregen we een dochter. Vanaf de eerste dag was ik gek op haar, dolverliefd. Omdat ze grappig was, vrolijk en mooi. En gemakkelijk net als de bevalling die zonder moeilijkheden was verlopen. Ze maakte ons blij, ze maakte ons aan het lachen. Na de jongetjes die veel huilden en maar niet wilden eten kwam er na een aantal jaren een meisje, dat alleen maar vreugde bracht. Een geschenk was ze. En dat bleef: ze had vriendinnetjes, op school deed ze het goed en thuis ging de zon schijnen als ze binnen kwam.
Ik had een hechte band met haar. We waren een twee eenheid. We hoefden niets te zeggen om elkaar te begrijpen. We lachten samen de hele dag, zongen liedjes en liepen gearmd als we buiten waren. Voor het slapen gaan vertelde ik haar verhalen, dan kroop ze tegen me aan en dronk ze ieder woord dat ik sprak. Het was het mooiste moment van de dag. Wat was ik dan gelukkig. We waren gelukkig dat weet ik zeker. We hielden heel veel van elkaar.
Toen ze ouder werd veranderde het. Ik had het eerst niet in de gaten. Ze begreep niet dat ik niet zo was en deed als mijn zus, haar tante. Maar ik was tevreden met mijn leven thuis. De kinderen verzorgen, het huis, het eten, het gezin. Contact met andere mensen had ik niet veel maar daar had ook niet zo’n behoefte aan. Ik was tevreden en gelukkig. Ik heb een goede man die goed is voor zijn gezin. Naast het geld van de gemeente dat wij krijgen verdient hij wat extra met allerlei klusjes. We werken samen in de tuin. Mijn man is rustig en een lieve vader en echtgenoot. Hij leest veel en doet ook veel in onze kerk, waar we iedere zondag naar toe gaan en waar we alle mensen kennen ook familie van ons die net als wij naar Nederland zijn gekomen. Hij kan mooie gedichten schrijven, die leest hij voor in de kerk. Dan ben ik trots op hem. De jongens gaan niet meer mee. Ze vinden het te ver weg. Sinds een paar jaar wonen ze niet meer thuis.
Na de jongens verliet ook zij het huis. Er was steeds ruzie. Ik begreep er niets van. We hielden toch van elkaar. Ik wilde haar zo graag bij me houden maar ik begreep best dat ze ‘haar eigen weg’ moest gaan, zoals mijn zus zei. Ik kon het niet zo goed zeggen als mijn zus, zelfs niet in mijn eigen taal, maar het scheurde mijn hart als ze vertelde dat ze het huis uit wilde en dat ze vrij wilde zijn. Maar ik zou het accepteren als zij het wilde. Maar toen ze vertelde dat ze me ook niet meer wilde zien, was het of ik geslagen werd. Ik snapte er niets van. Af en toe hoorde ik iets over haar van mijn zus. Soms kreeg ik een appje, maar als ik iets terugstuurde antwoordde ze niet. Ik ben boos geweest, heel boos, net als mijn man en soms dacht ik: was ze maar dood dat was minder erg. Maar dat mocht ik niet denken van mijn man. Sinds een tijdje ben ik minder verdrietig en boos. Ik heb geprobeerd het een beetje te accepteren, maar de glans is weg uit mijn leven.
En toen kwam gisteren mijn zus met vreselijk nieuws. Ze is ernstig ziek vertelde ze. Vandaag heeft ze onderzoeken. Ik hoop niet dat ik haar ga verliezen. Hoewel ze heel anders is dan ik en ik me vaak aan haar erger zou ik haar niet graag willen missen. Ik moet er niet aan denken. Ik heb nog niets van haar gehoord.
En nu komt er een berichtje binnen van haar. Van onze dochter. Dat ze er aan komt. Ik huil, ik tril, ik schud. Ik ben bang.
* Vervolgverhaal aflevering 6 Voor de vorige afleveringen scroll naar beneden en klik op de groene pijl.