
Er waren geen kinderen gekomen. Daar had ze veel verdriet om gehad. In haar eentje. Het ‘erover hebben’ was niet gebeurd. Niet met haar man, niet met haar ouders, niet met haar zus, niet met andere vrouwen. Dat lag aan die anderen maar vooral aan haar zelf had ze zich later gerealiseerd. Pas in Nederland had ze met andere vrouwen haar verdriet kunnen delen maar nooit met degenen die haar het ‘naast’ waren: haar familie, haar zus. Na het overlijden van haar man op jonge leeftijd was het gek genoeg makkelijker geworden. Ze was de jonge weduwe zonder kinderen. Dat gaf haar een status van respect en bewondering: een jonge weduwe zonder kinderen die er zich zo dapper doorheen sloeg. Er werd niet meer voorzichtig gedaan als er een baby geboren werd, want ze was zo lief voor haar nichtjes en neefjes, dat waren bijna een beetje ook haar kinderen toch?
Toen ze in Nederland kwam met haar ouders en zus met gezin was ze de rots in de branding van de familie geworden. Binnen no time had ze zich de taal eigen gemaakt en was ze een voorbeeld geïntegreerde geworden. Een baan in het bedrijfsleven, trossen vrienden en vriendinnen, actief in buurt en kerk; voorzitter van de gymnastiekvereniging zelfs, waar ze op handen gedragen werd. In de familie en de andere buitenlandse gezinnen was ze de vraagbaak voor van alles. Dat gaf haar een tevreden gevoel over haar leven uiteindelijk.
Voor de dochter van haar zus, was ze ‘het grote voorbeeld.’ Die dweepte met haar. Ze merkte wel dat haar zus het daar moeilijk mee had. Maar haar zus merkte niet op wat een pijn het haar deed als ze zag hoe moeder en dochter van elkaar hielden. De manier waarop ze elkaar aan keken, elkaar vasthielden. Bewondering is wat anders dan liefde, wist ze. Als kind al had ze het verschil gevoeld. Haar ouders waren maar wat trots op haar geweest, omdat ze zo bij de hand was, goed kon leren, en ook nog mooi was. Maar ze hielden vooral van haar zusje, het rustige, bescheiden, wat onhandige meisje dat bij alles geholpen moest worden. Met haar onschuldige oogopslag nam ze iedereen voor zich in. Ze werd een trouwe echtgenote en liefdevolle moeder die er geen moeite mee leek te hebben dat anderen voor haar beslisten en regelden. Alles kwam gewoon naar haar toe.
Een paar jaar geleden was haar nichtje bij haar gekomen. Om te vertellen hoe moeilijk het was om de band met haar moeder losser te maken. Dat die band haar in de weg stond om haar leven te leven met haar vriend. En dat ze dat zo moeilijk vond, omdat ze ‘zo vreselijk veel van mama’ hield. Ze had er hartstochtelijk bij gehuild. Wanhopig was ze geweest. Maar ze had het wel gedaan: afstand genomen van haar moeder. De band doorgesneden. Rigoureus. Zonder pardon. Van een afstandje had ze beide gevolgd en gesteund, op haar manier. Daar had ze van beide ook weer bewondering voor gekregen.
Nu was het haar beurt. Misschien was ze daarom wel ziek geworden. Om klein te worden. Om aandacht te krijgen. Liefde. Vanavond zou ze haar zus vragen of zij haar wilde verzorgen als het niet meer ging en ze zou haar zeggen dat ze het heel fijn voor haar vond dat ze weer contact had met haar dochter en ze zou vertellen dat ze ook zo graag kinderen had gehad en dat ze het zo jammer vond dat ze daar samen nooit over gesproken hadden en dat ze dat zo graag zou willen.
*Vervolgverhaal aflevering 9. Voor de vorige afleveringen naar beneden scrollen en op de groene pijl klikken.