Glooiende landschappen. Veelkleurige linten, compacte pakken wielrenners over brede en smalle wegen. Een kerktorentje, een kasteel. Weidevelden, een groepje koeien onder een boom. Wuivend koren, molenwieken. Eronder de stemmen van Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot. Met altijd dezelfde woorden.
Ja, de zomer is begonnen. De Tour de France is van start. Het decor is een palet van groen. We zijn in het Britse County Yorkshire. Het gifgroen doet je pijn aan de ogen. Langs de kant toeschouwers. De Engelse bevolking houdt net zo veel van de Tour als de mensen aan de overkant van de zee. Drommen, hordes, massa’s. Ieder viaduct lijkt wel een Alpe D’Huez aldus Thijs Zonneveld.
Kittel wint. De man met de mysterieuze glimlach alsof hij wil zeggen; ik weet iets wat jullie niet weten. En met dat haar. Kittelkapsel heet het, een Duitse jongeling uit de jaren van voor de oorlog. Wie donderdag de schitterende documentaire De nieuwe Helden had gezien wist dat Kittel weer zou gaan winnen. Ducrot en Dijkstra blijkbaar niet. Die spraken slechts over Mark Cavendish. Cavendish die het hele seizoen al naar deze etappe toeleeft. Harrogate, de geboorteplaats van zijn moeder. Cavendish die in Engeland in het geel wil rijden. Niet. Cavendish viel. Cavendish crashte. Kwakken, een kopstoot. Vraag Tom Veelers maar eens naar Cavendish. De tour van van 2013 werd een martelgang voor de Shimanorenner met dank aan horrible Mark.
Cavendish is naar huis. Back home, go home, stay home. De Tour gaat verder: op naar Frankrijk, op naar Parijs. Gelukkig is Parijs nog ver.