Het was me gisteravond niet opgevallen. Maar hij heeft inderdaad een lekker kontje. Toen ik de tweets las over de wedstrijd België Hongarije (#HonBel of #HunBel) kwam er één langs met een reeks foto’s. (Stefanie de Volder: Schijnt dat Hazard super heeft gevoetbald, ik zag alleen maar dit: Negen foto’s van het blauwe broekje van Hazard.) Ik had genoten van zijn spel: een voorzet geven, achter de bal aanrennen, de bal van jezelf aannemen en dan hop: goal. Vervolgens een prachtige sliding over het gras. Aantrekkelijk voetbal. Belgisch voetbal met Kevin de Bruyne en Eden Hazard. Eden, dan mag je niet klagen over je naam en Hazard erachter, betekent hasard niet geluk? En dus ook nog een lekker kontje.
Een paar uur daarvoor was mij wel een lekker kontje opgevallen. Mijn pianojuf hield een concert in haar weelderige tuin. Haar leerlingen speelden op de vleugel. Aarzelend en zelfverzekerd, ijverige doorzetters en natuurtalenten. Mozart en Adele. Allemaal mooi en goed. Tussendoor koffie en thee, cakes, taarten. Het was gezellig bij mijn pianojuf. Omdat er regen was voorspeld, weken de meeste gasten uit naar binnen, een enkeling stond in de open deur. Daar had ik het oog op. En dat zag er goed uit. Een gebruinde kale kop. Lichte spijkerbroek met een smalle riem in de taille, een gespierd lijf in bijpassend tshirt en.. een lekker kontje.
Ik wist precies wie zijn kind was. Toen zij ging spelen zag ik een trek in het gezicht. Een verstrakking in het lijf. Ontspanning toen het goed ging. Het zachte van liefde en trots. Een vluchtige aanraking toen dochter weer haar plaats opzocht tussen het publiek. Na het concert complimenteerde ik hem met zijn dochter. Hij keek mij aan en zei: volgens mij ken ik u. Hij sprak mij aan met u. Hij kende mij van vroeger en zei aardige dingen tegen mij. Hij vroeg mij waarom ik niet gespeeld had. Ik vertelde hem dat ik heel veel kan en heel veel durf, maar niet pianospelen voor publiek. Toen ik naar huis ging met twee halfvolle kannen koffie zag ik hem in zijn auto stappen. We zwaaiden naar elkaar.