75 jaar Suske en Wiske

(De eerste ontmoeting ( Uit Het eiland Amoras))

Toen ik zeven jaar geleden werd uitgenodigd om stukjes te gaan schrijven voor een nieuw huis-aan-huisblad heb ik samen met een vriendin lang nagedacht over een pakkende kop. Wat er boven? Een spreuk? Een titel? Of gewoon mijn naam? Het werd iets met mijn naam. Ik wilde iets met de koosnaam die mijn vader me gaf. Wisje. Een stukje van Wisje. En ineens viel de naam Wiske. Ja Wiske! En daar heb ik tot op de dag van vandaag geen spijt van gehad. Sterker: ik ben er steeds blijer mee geworden.

Nadat ik de naam had gekozen ben ik me pas echt in de strips gaan verdiepen, ze goed gaan lezen. En ik herkende me wel in dat eigenwijze meisje. We lijken gewoon op elkaar. Het formaat, het karakter, het uiterlijk, gek op ons popje en: we zijn allebei ook als de dood voor muizen! Ik ben wel een Wiske.

Deze week bestaat Suske en Wiske 75 jaar. 30 Maart 1945 verscheen in de Vlaamse krant De Nieuwe Standaard de eerste aflevering toen nog als Rikki en Wiske. Al snel werd Suske geïntroduceerd en vanaf dat moment werd de strip een succes. In België en vervolgens in Nederland. Inmiddels de langst lopende stripreeks van de Benelux. Er zijn standbeelden, musea, tentoonstellingen, winkels en webwinkels met Suske en Wiskeproducten en de grootste stripvereniging van de Benelux: De Fameuze Fanclub. Ter gelegenheid van het jubileum verschijnt een jubileumalbum “De preutse prinses”, in de klassieke stijl, zoals vroeger: Wiske zonder borstjes, in een wit jurkje met een rood randje, witte sokjes, het haar strak op het hoofd met een rood strikje.

Een stripboek is geen boek, zei mijn leraar Nederlands ooit. Dat zeggen de leraren Nederlands niet meer. Stripboeken, tekenfilms, animaties mogen kunst genoemd worden. Je mag hardop zeggen dat je houdt van strips als Olivier B Bommel, Asterix en Obelix, Kuifje, Dick Bos en Suske en Wiske.

Wat is het precies dat Suske en Wiske zo geliefd heeft gemaakt? Columnist Wim Boevink vertelt dat hij antropoloog is geworden door het lezen van de humorvolle en avontuurlijke verhalen van Suske en Wiske. Ze reisden de hele wereld over en vlogen van de ene eeuw naar de andere. Anderen wijzen op de volkse verteltrant en de duidelijke tekenstijl. Han Peekel, stripkenner bij uitstek was gefascineerd door Lambik, de goedwillende klungel, de antiheld. Ik heb een zwak voor de uitzonderlijke familiesamenstelling: een tante met een kind, een geadopteerd jongetje, twee ooms. Het lijkt erop dat de twee kinderen de leiding hebben en de volwassenen ondersteunend zijn. Alles kan, alles mag, altijd wordt het gevaar overwonnen. Als groep onafscheidelijk. Nooit loopt er iemand weg. Nooit gaat er iemand dood. Niemand wordt ouder. Altijd komt het goed. Heerlijk.

Bronnen: Wikipedia, dagblad Trouw.