God bestaat. Dat hebben mijn ouders mij meegegeven. Met name mijn vader. Hij sprak er niet over. Je zag het, je voelde het: de innerlijke kracht, bewogenheid, de troost van mijne Pa dat was zijn God. ” Er is geen zeeman die niet in God gelooft” zei hij. De overmacht en kracht, de schoonheid van de natuur weerspiegelen iets dat groter is dan de mens. God noemen veel mensen dat.
God bestaat niet, aldus anderen en dat zijn er steeds meer. “Als God bestond dan zou er toch geen kind sterven en dan zou er toch geen honger, armoe of ongerechtigheid zijn?” Moeilijke discussie. Denk maar niet dat dat je een mens gelovig maakt door overtuiging, argumenteren, of discussiëren. Integendeel.
Mijn pa liep altijd bozig de kamer uit als er weer eens gediscussieerd werd over het geloof.
Toen hij na de oorlog terugkwam vernam hij dat er in zijn kerk een kerkscheuring had plaatsgevonden. “Wij lagen op onze knieën God te bidden dat hij ons veilig thuis zou brengen en jullie waren aan het ruziën over kerkelijke regels!” Hij heeft nooit meer een stap in die kerk gezet.
Deze week vieren Christenen het Paasfeest voorafgegaan door De Stille Week. Een stille week met prachtige muziek: de Passion in Groningen en de Mattheuspassion van J. S. Bach overal in Nederland. Het verhaal van ontgoocheling, van verraad, van spijt, van lijden, van eenzaamheid, van overgave, van sterven. Het verhaal van een mensenleven. Vormgegeven in muziek. Wonderschoon. Muziek kan je daar brengen waar geen woorden voor zijn, wat niet te benoemen is, wat het menselijke te boven gaat. De muziek van Bach is het bewijs dat er een God is, dat God bestaat.